De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft goedkeuring gegeven voor een forse verhoging van de luchthavengelden op Schiphol. Dit jaar stijgen de tarieven gemiddeld met 41%, gevolgd door een verhoging van 7% in 2026 en een verwachte daling van 12,5% in 2027. De toezichthouder noemt deze verhoging “niet onredelijk”, mede gezien de noodzaak voor Schiphol om coronaschulden af te bouwen en te investeren in infrastructuur.

Tien luchtvaartmaatschappijen en drie belangenorganisaties hadden bezwaar gemaakt tegen de verhoging, maar de ACM verklaarde de klacht ongegrond. Volgens de toezichthouder liggen de aangepaste tarieven – exclusief coronaverliezen – nog steeds op een vergelijkbaar niveau met die van andere luchthavens in Noordwest-Europa.

Met name de luchtvrachtsector voelt de gevolgen. Door tariefdifferentiatie worden stillere vliegtuigen minder belast dan luidruchtigere. Aangezien vrachtvervoerders vaak gebruikmaken van oudere toestellen zoals de B747-400F, stijgen de kosten voor deze partijen flink. Toch acht de ACM ook dit beleid gerechtvaardigd.

Luchtvrachtkoepel ACN uit felle kritiek en waarschuwt dat de stijgende kosten vrachtverkeer zullen doen uitwijken naar buitenlandse luchthavens, wat nadelig is voor Nederlandse bedrijven met internationale ketens. Volgens ACN wordt de vrachtsector “disproportioneel geraakt” en hoopt men dat de extra opbrengsten ten goede komen aan investeringen in Cargo City Schiphol.

Partijen die het niet eens zijn met het besluit kunnen in beroep gaan bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb).