‘We zetten hier de nieuwe standaard’ voor opslag ADR goederen

Zijn ervaring als marathonloper kwam de Rotterdamse logistiek ondernemer daarbij in de voorbereidingsfase van de bouw goed van pas. Jaren heeft hij met architecten, de gemeente Rotterdam, DCMR (milieudienst Rijnmond) en de brandweer aan de planning en het verkrijgen van de noodzakelijke vergunningen gewerkt. Daarvoor was veel mentaal en fysiek uithoudingsvermogen nodig, zegt hij. Uiteindelijk werd dit voorjaar het fiat gegeven voor de bouw van het nieuwe distributiecentrum, dat 14.000 vierkante meter zal gaan beslaan en zal verrijzen naast het bestaande pand van 28.000 vierkante meter in het  Rotterdamse havengebied.

Het was soms een lang gevecht met de overheidsinstanties, verzucht Vat. ‘Maar het prettige is nu wel dat ons terecht gemopper over omslachtige procedures, het lange wachten, wisselende eisen en de geringe coördinatie tussen instanties is gehoord. De veiligheidsregio Rotterdam, eigenlijk de brandweer, en DCMR hebben nu wel de koppen bij elkaar gestoken en gezegd dat het voor de toekomst anders moet. Wij zullen er als bedrijf niet zo veel meer aan hebben, maar voor nieuwe kandidaten is dat wel interessant.’

In totaal beschikt Neele-Vat straks met de uitbreiding over ruim 20.000 vierkante meter aan opslagruimte voor gevaarlijke chemische stoffen in de Rotterdamse haven. Daarbij moet niet alleen gedacht worden aan spuitbussen, allerlei chemische producten, maar ook aan parfums, die alcohol bevatten, en concentraten waar bijvoorbeeld cola van wordt gemaakt. ‘Mensen staan er soms van versteld wat allemaal wordt aangemerkt als een gevaarlijke substantie. Die concentraten voor cola behoren tot de groep van de ‘corrosives’ en zijn daarom volgens de wet gevaarlijk’, legt Vat uit. ‘Ik heb wel eens tegen de brandweer gekscherend gezegd: doe er wat water bij en dan nodigen wij hier de Rotterdamse jeugd uit voor een leuk schoolfeestje. Die vonden het geen goed idee’, lacht Vat.

Reputatieschade

Voor de logistiek ondernemer was de verdere uitbouw van de chemische opslag en distributie vooral belangrijk om verder te kunnen groeien in deze hoog gespecialiseerde logistieke niche. ‘Je kunt een iets betere prijs bedingen dan bij de standaardopslag, maar daar staat tegenover dat de lat qua regelgeving door de overheid ook bijzonder hoog ligt. Je moet dan ook fors investeren, wil je in deze tak van sport kunnen voldoen aan de laatste richtlijnen. Het is niet goedkoop. Je zult dan ook als bedrijf een stevige financiële basis moeten hebben om het überhaupt te kunnen doen. Daarnaast vraagt een groot aantal relaties zelfs meer dan de overheid eist. Die verladers zijn zich bewust van de risico’s en willen niet dat hun product ooit wordt geassocieerd met welk ongeluk dan ook. Dat is allemaal reputatieschade en daar zit niemand op te wachten. Ik heb dan ook tegen veel medewerkers gezegd dat de lat eerder omhoog gaat dan omlaag. Helaas zijn er nog altijd verladers die het niet zo nauw nemen met de opgelegde regels en willen dat wij een oogje dichtknijpen, maar een gulden middenweg is er in ons vak niet. Die partijen mogen dan bij een andere logistieke dienstverlener aankloppen, want dat risico kunnen en willen wij niet nemen. Je moet gewoon aan de eisen voldoen. Punt uit.’ Voor Vat blijft chemische opslag een groeimarkt. Het past ook bij de toekomstvisie die de ondernemer heeft voor het familiebedrijf, dat in 2014 fuseerde met het logistiek bedrijf van Ron Neele. ‘Voor veel kleine producenten van chemische producten is het te duur om nog in eigen opslag te investeren. Een bedrijf van duizend pallets of minder komt voor hoge kosten te staan door de strengere regels en wil het dan uitbesteden. Dat is een van de gaten in de markt waarop wij nu mikken.’ Het nieuwe distributiecentrum zal volgens Vat uiterlijk in januari van het volgend jaar worden opgeleverd en zal dan tot de modernste faciliteiten van Nederland behoren op het gebied van de opslag van chemische producten. Met een bouwsom van rond de zes tot negen miljoen euro is het nieuwe pand ook een van de grootste investeringen van de Rotterdamse logistieke dienstverlener van de laatste jaren. Het pand wordt van de laatste snufjes voorzien. ‘We zetten hier een nieuwe standaard voor de chemische opslag’, aldus Vat. Zo wordt er in het geval van brand geblust met CO2. ‘Dat gas heeft als groot voordeel dat er geen conterminatie is zoals bij het gebruik van bluswater of schuim. Je drukt als het ware de zuurstof uit de loods. Nadeel is wel dat er goed moet worden gelet op de persoonlijke veiligheid van de loodsmedewerkers, want je maakt het pand zuurstofvrij. Daarom wordt er een speciaal alarmsysteem voor de medewerkers geïnstalleerd, die zo snel mogelijk het warehouse moeten verlaten. Door de inzet van CO2 kan Neele-Vat ook een breed assortiment aan gevaarlijke stoffen in alle klassen opslaan, legt hij verder uit. ‘Dit is geen loods voor één klant, maar een multi-user warehouse waar verschillende productsoorten straks kunnen worden ondergebracht.

AOW

Voor Ruud Vat zit zijn werk er bij het fusiebedrijf Neele-Vat na de bouw van het nieuwe pand nog lang niet op. ‘Ik heb onlangs bijgetekend tot medio 2017. Dan heb ik ook mijn AOW-gerechtigde leeftijd bereikt’, grapt hij. ‘Ik blijf op de achtergrond gewoon actief. Ik doe verder een stuk verzekeringen, de inkoop van transportmateriaal en het contact met de overheden en het lobbywerk in combinatie met diverse bestuursfuncties binnen het vakgebied.’ Daarnaast blijft hij voor de directie beschikbaar als vraagbaak.

Bron: JOHN VERSLEIJEN Nieuwsblad transport (http://www.nieuwsbladtransport.nl)